Vanuit mijn ervaring spreek ik dat je binnen de horeca de collega’s kan onderverdelen in twee groepen. De eerste groep medewerkers heeft passie voor het vak, gaat pas met een voldaan gevoel naar huis als ze zeker zijn dat het de gasten aan niks ontbroken heeft en kijkt alweer uit naar de volgende dag. De tweede groep medewerkers kijkt alleen uit naar het salarisstrookje en is alleen aanwezig om geld te verdienen. Zinnen als ‘Mag ik vandaag eerder weg’, ‘Hè nee, net nu we bijna klaar zijn’ en ‘Ik heb geen zin meer’ vloeien rijkelijk, vaak ook in het gezichtsveld van de gast.
Vooral voor de eerste groep is het werken met de ander lastig. Waar jij je, spreekwoordelijk, de billen uit je broek rent en merkt dat jouw collega net iets minder gepassioneerd is als jij, werkt dat erg demotiverend. Ik heb ooit in een restaurant gewerkt, aan de voorkant, met ongeveer vijftien mensen die contractueel gezien hetzelfde als ik zouden moeten doen. Echter bleek ik de enige die een achtergrond in de horeca had, een horecagerelateerde opleiding deed en mijn toekomst zag in deze branche. De overige veertien zagen dit alleen als een bijbaantje, stonden niet open voor nieuwe veranderingen en innovatie die mijn leidinggevenden wilden doorvoeren en voor hun was het werk duidelijk; Gasten hun eten en drinken brengen.
Precies in dit ene zinnetje zit het verschil tussen iemand met passie voor horeca en iemand die alleen werkt voor het geld. Horeca is namelijk veel meer dan dat. Op een gemiddelde avond ben ik namelijk niet alleen maar een bedieningsmedewerker of een kok. Ik ben namelijk ook fotograaf voor het gezellige tafeltje met vier dames, die een leuke foto willen. Ik ben psycholoog / psychiater voor de dronken gasten aan de bar. Ik ben zelfs clown voor jonge kinderen die gezellig met mama en papa een hapje komen eten. En pas als ik zeker weet dat iedereen tevreden de deur weer uitstapt en volgende keer weer terugkomt, ben ik tevreden.